Gemengde gevoelens over Rusland en Siberie (2002/06/04 - 2002/07/03)

De overvaart van Turkije (Trabzon) naar Sochi in
Rusland verloopt vlot. De motoren staan opgesteld in
het ruim tussen 700 ton tomaten, netjes verpakt in
houten kistjes van 5 kg. Aangekomen in Sochi zijn we
op schema, maar we blijven nog 10 uren dobberen voor
de kust. Op de boot doen allerlei verhalen de ronde,
van een militaire bijeenkomst, een te dure kostprijs
voor de tomaten, tot de voor ons meest aannemelijke
versie, een te kleine haven.
s'Nachts worden we gewekt voor de ontscheping, maar na
de pasportcontrole blijkt dat de motoren pas de
volgende morgen worden geklaard. Men gebaart ons naar
de wachtzaal waar we ons op de vloer te slapen leggen
en niemand zich om ons bekommert.

Sochi, het Florida van Rusland, met een verpeste
kustlijn door betonnen peilers, restaurants en
keiharde Russische rockmuziek.

Na de langdurige douanecontrole van de motoren en met
kleine ogen van vermoeidheid vinden we een typisch oud
Russisch paleishotel. Er heerst een ongelofelijke
bureaucratische sfeer. In elke vleugel van het hotel
zit een dame, verantwoordelijk voor een 50-tal kamers,
om sleutels in te ruilen voor kaartjes. Zelfs om een
douche te nemen op het verdiep moet tot 3 maal toe
over en weer worden getelefoneerd. We proberen kalm te
blijven en vooral vriendelijk, want alles staat of
valt bij deze dame.

De rit naar Volgograd loopt langs zeer goed bewerkte
akkers van onmetelijke omvang, af en toe omzoomd door
een dikke rij bomen. In het landschap duiken af en toe
olieboorputten op tussen de akkers. Op zoek naar een
hotel worden we geholpen door Russen, die met ons de
hele stad rondrijden. De beste prijs/kwaliteit hotels
zijn allemaal volzet, daarom proberen we een
ex-staatshotel. Bij het inchecken bekijkt de dame aan
de receptie ons alsof we misdadigers zijn.

In Saratov worden we opgevangen door een koppel. Hij
is taxi-chauffeur en werkt 16 uur per dag, zij is
werkloos. Ze wonen in een grote betonnen blok, waar de
oudjes samen zitten aan de ingang van het gebouw. De
afval ligt hier en daar opgestapeld en er hangt een
armoedige sfeer. Volgens het koppel was Rusland beter
af voor 1988 en sommigen zouden Gorbatsov zelfs
afschieten.

We vreten kilometers, zo een 500 km elke dag. We
vinden nergens een plaats om tot rust te komen en de
grote steden lijken ons niet aantrekkelijk. Er zijn
veel wegcontroles, maar meer uit nieuwschierigheid.
Hoewel de Russen ons steeds verwittigen voor corrupte
politie.

In Samara doet zich een incident voor op de bewaakte
parking van het hotel. Een paar jongelui willen op de
motoren zitten en komen hierbij door hun dronken
toestand ten val.

De onmoeting met de Fransen

We rijden, afwisselend onderkoeld door de regen en 5
minuten later bezweet door de felle zon, naar Ufa. Bij
een opwarmpoging in een restaurant ontmoeten we 2
Fransen die met 2 Dnjepner 's met zijspan eveneens
onderweg zijn naar Vladivostok. Een van hen heeft een
platte batterij die aan het opladen is. We besluiten
de laatste kilometers naar Ufa samen te rijden, in de
gietende regen. Het wordt een helse rit en eenmaal in
Ufa aangekomen is het moeilijk om een
overnachtingsplaats te vinden. Het lukt ons pas om
3.30 uur in de morgen.

Enkele dagen verblijven we in Ufa, een gezellige stad
met mooie houten huizen en kleurrijke publieke
gebouwen. We bezoeken het historisch museum met een
tijdelijke tentoonstelling van gouden voorwerpen van
3000 tot 1000 VC, voornamelijk vondsten uit Siberie.

We stellen de Fransen voor om samen de tocht verder te
ondernemen. De Dnjepner, aangekocht in Rizan, is een
regelrechte ramp. De olie spuit naar buiten via de
carterventilatie en wordt opgevangen in 2 plastic coca
cola flessen om de olie te recuperen. Deze motorfiets
werd aangekocht om de oorspronkelijke motorfiets
waarmee beiden zijn vertrokken te ontlasten van
overgewicht. Guy, een echte paysan van de Provence,
heeft voor het vertrek een varken geslacht en het
zijspan zit vol met worst, rauwe hesp, pate in blik
.... Geregeld doen we ons te goed aan deze
lekkernijen.

Onze eerste dag samen verloopt zeer vlot en de Fransen
ervaren voor het eerst hoe plezant het is om te rijden
zonder defecten. In de namiddag begint het te regenen
en gaan we schuilen in een cafe. Er hangt een
mysterieuze sluier over de heuvels en alles is grijs
en nat. We vragen waar we kunnen overnachten, en
blijkt dat achter het cafe een treinwagon met
slaapcouchettes staat. In de trein is het walgelijk
heet, hij staat immers opgesteld naast een koolmijn,
dus een schepje meer of minder kolen is van geen
belang.

De volgende morgen rijden we over het Oeralgebergte,
maar zijn verwonderd dat het meer heuvels zijn dan
bergen. De Dnjepner sputtert met af en toe een
gasexplosie en veel zwarte rook, verder. Reeds bij de
1ste 10 kilometer staan we aan de kant: hij draait
slechts op 1 cylinder. Bij het indraaien van een
nieuwe bougie kunnen we weer verder. Zo moeten we nog
tientallen keren onderbreken tot we uiteindelijk
gedepaneerd worden in een garage. Na 50 kilometer
krijgen we opnieuw problemen maar kunnen ons s'avonds
terug te slapen leggen in een andere treinwagon.
Stromend water in Siberie is een rariteit en we voelen
ons elke dag vuiler worden.

De volgende morgen komt een Rus met muts en laarzen en
een passie voor motoren naar de Dnjepner kijken. Hij
stelt de motor goed af maar nadien blijkt dat de motor
nog gebreken vertoont. We gaan niet akkoord met de
vervanging van een cylinder waarvoor 200 dollar wordt
gevraagd. Wetende dat ze voor de hele motorfiets
slechts 250 dollar betaald hebben.

Naar de avond toe wordt de sfeer grimmig omdat
iedereen vodka begint te drinken. We gaan slapen maar
worden steeds gewekt door luidruchtige dronken Russen.
De volgende morgen zijn een aantal dingen op de
motoren verdwenen ....

We rijden verder door mooie landschappen, uitgestrekte
grasvlakten afgewisseld met moerassen en bossen. De
bossen bestaan voor 90 % uit Zilverberken die soms tot
halverwege de stam in het water staan. De
weerspiegeling van hun kruin in het water is bijzonder
mooi.

Een Russische bezine tankbeurt

Eerst ga je naar een apart gebouw waar iemand achter
een verduisterd raam met tralies zit. Hem of haar
spreek je aan via een muurmicrofoon. Je kan enkel een
veelvoud van 5 liter benzine bestellen Het geld
deponneer je, hetzij in een schuif van 1 meter lang,
hetzij een draaischijf als een roulette, of een
transportband in rubber ook van 1 meter lang. Om dan
uiteindelijk de pomp in werking te stellen, moet je
zelf drukken op een knop. Steeds gebeuren er
misverstanden: Een schreeuwende vrouw door een
luidspreker waarvan we niks begrijpen. Het volledig in
de lucht spuiten van de gevraagde benzine door het
vroegtijdig in werking treden van de pomp. Het
afleveren van foutief aantal liters. Dit systeem tart
voor ons alle verbeelding.

De wegen tot Kurgan zijn vlot berijdbaar, hoewel we
versteld staan van het vele verkeer. De route wordt
zeer veel genomen door vrachtwagens en autohandelaars.
We dachten dat Siberie een verlaten en vooral onbekend
gebied was. Maar ook hier heeft de formule van
wegrestaurants met benzine- en slaapgelegenheid zijn
intrede gedaan.

Opnieuw doen zich pannes voor met de Russische
motoren. We beginnen ons sterk af te vragen, ook bij
het zien van alle Russische wagen die met motorpech
aan de kant van de weg staan, hoe de Russen erin
geslaagd zijn een reis naar de maan te maken.
In Kurgan aangekomen geeft de Djnepner de fatale
geest: de cardan breekt door, op hetzelfde moment
blokkert het stuur, de alternator begeeft, de cylinder
is gebarsten. We beseffen dit is de totale overgave.

We ontmoeten er een Russische studente die perfect
Frans spreekt. Ze stelt zelf voor om te tolken bij de
aankoop van een nieuwe motor. Deze maal wordt het een
Oeral omdat iedereen beweert dat deze veel beter zijn.

Vanaf Kurgan laten de muggen ons geen minuut rust. Van
s' morgens tot s'avonds bestoken honderden muggen ons
hele lichaam. Zelfs de warme zonnestralen en veel
daglicht kan hen niet deren. Rustig eten of schrijven
is niet mogelijk, tenzij onder een muskietennet.

Ergens voorbij Isim zijn we genoodzaakt te camperen.
De plaats zoeken is niet zo moeilijk, maar de invasie
van de muggen is onbeschrijfelijk. Zo snel mogelijk de
tent opzetten en erin kruipen. s'Morgens bij het
ontwaken zitten duidenden muggen op het gaas. Het doet
ons denken aan "The Birds" van Alfred Hitchcock.

Vanaf nu moeten we zorgen dat er tijdens het sleutelen
aan de motoren aan de kant van de weg een klein
vuurtje gemaakt wordt, zo houden we de muggen op
afstand.

De motoren van de Fransen gaan met de dag achteruit.
Nu heeft 1 van hen bijna geen remmen meer. Tijdens de
doortocht van een klein dorp, kan 1 van hen niet
tijdig remmen. Hij moet uitwijken en komt met een
spectaculaire salto in de gracht terecht. Onmiddellijk
stopt een wagen met Roemenen om te helpen. Gelukkig
komt hij zonder kwetsuren vanonder het zijspan
vandaan. De motorfiets houdt er een geplooide voorvork
en geplooid wiel aan over. Tijdens het bekomen van de
schok en het proberen repareren van de motorfiets
hangen een aantal jongeren rond onze motoren. Op een
luidruchtige manier betasten ze al ons materiaal. Op
een onbewaakt ogenblik nemen ze onze helm en rijden er
met hun bromfiets als de bliksem vandoor.

Het "Wilde Oosten"

Ik spring op de motor en rijd hen achterna, tot de
bromfiets van de berm rijdt in het bos. Ik riskeer het
niet met al de bagage en keer terug. Ik ontdoe de
motor van de bagage en zet opnieuw de achtervolging
in. Eenmaal van de berm af in het bos vind ik het
spoor en rijd verder, zo een 3 a 4 km. Opeens staan ze
daar, dit is de verrassing. Ze hebben niet gedacht dat
ik nog zou terugkeren. Nu begint de dolle
achtervolging: ze gaan het pad af tussen de bomen om
mij af te schudden. Tussen de bomen kom ik 2 maal ten
val. Op een bepaald moment zit ik vlak achter hen aan,
geef ik een forse gastoot tegen hen aan en we komen
beiden ten val. De duo-zitter met de helm heb ik eerst
vast, scheur zijn t-shirt en neem de helm af. Even
staan ze allebei verstomd en kan ik terug op de motor
springen om te vertrekken. De 2de komt nog op mij af
om de helm terug te nemen, maar ik geef hem een klap
en kan verder rijden. Natuurlijk de orientatie een
beetje kwijt, rijd ik de verkeerde richting uit, maar
vind een pad. Ook mijn koffers zijn zodanig geplooid
dat de cardan wordt geraakt. Uit schrik dat het
tweetal mij zou achtervolgen rijd ik verder tot op een
kruising, waar ik eerst de koffers terugplooi en dan
noordwaarts verder rijd. Zo weet ik dat ik de baan
naar Irkutsk moet kruisen, teneinde de plaats terug te
vinden waar Catherine en de Fransen zich bevinden. Het
hele gebeuren duurt maar een half uur maar voor mij is
het alsof het uren duurde. Enfin, alles en iedereen is
weer bij elkaar en we zetten onze tocht verder.

Aan het Baikal meer verblijven we in een "Tourbaza",
een Russische vakantieoord. We overnachten in houten
chalets waar de meeste Russen verblijven. Opnieuw is
er geen stromend water binnenshuis, noch is er een
toilet te bespeuren. De toiletten zijn buiten zo
ingericht dat je met 5 in dezelfde ruimte naast elkaar
op een plank met gaten je behoefte kan doen. De
restaurant gelijkt meer op een kantine uit een
legerkazerne, met idem dito service. De geplande
vakantie van 1 week aan het Baikal meer wordt dan ook
drastisch ingekort. We verlaten hier ook de Fransen
met de zoveelste panne.

We beslissen uiteindelijk met gemengde gevoelens
Rusland te verlaten. We doen geen poging meer om
Rusland te begrijpen, we moeten het land aanvaarden
zondermeer.