Transfert India - Australie (3/12 t/m 24/12/2002)

Zeven dagen op voorhand regelen we in Bombay de
verzending van de motoren per luchtvracht met Daga Air
agents naar Australie.
In Bombay, een vrij dure stad naar Indische normen,
vinden we een relatief goedkoop hotel, vlak bij de
"domestic airport".

We teleloneren naar meneer Ashok van Daga Air cargo en
vragen wat ons te doen staat. Tijdens een persoonlijk
bezoek en het kopieren van al onze documenten krijgen
we een adres van een inpakfirma.

Na een grondige wasbeurt van de motoren, want in
Australie schijnen ze heel streng te zijn, vertrekken
we de volgende dag naar de inpakfirma. Volgens de man
aan de telefoon is het een half uur rijden. Wij doen
er twee uren over en er komt maar geen eind aan de
auto s, brommers, rickshaws, steekkarren en alles wat
beweegt op straat. Het stadscentrum heeft een
doorsnede van ongeveer 50 km, maar wat wil je met een
stad van meer dan 16 miljoen inwoners. We kunnen daar
onze motoren achterlaten en dit is meteen onze laatste
inspannende rit in India.

De houten kisten wegen elk 290 kg, maar voor de
berekening van de luchtvracht weegt het volume door op
het gewicht, wat maakt dat de prijs 25 procent duurder
uitvalt. Maar we willen vooral tijd winnen om
tenvolle van onze motortocht door Australie te kunnen
genieten. We hebben dan nog een 2 en een halve maand
in het vooruitzicht.

Het lukt onze agent niet binnen de termijn van 7 dagen
alle formaliteiten voor de overtocht van de motoren te
klaren. De spanning stijgt ten top wanneer 5 uren
voor ons vertrek onze agent beslist onze vlucht naar
Sidney tot de volgende dag uit te stellen.
Die volgende dag is alles om 14.00 uur in kannen en
kruiken en kunnen we s avonds gerust vertrekken naar
Sydney over Singapore. Onze motoren die vliegen met
Thai cargo komen pas 7 dagen later aan in Sydney.

Aangekomen in Sydney luchthaven sjoffelen we langzaam
door de lange gangen. We zijn beide stil bij het zien
van al die netheid, overzichtelijkheid en technologie.
Het is immers een aantal maanden geleden dat we nog
in deze wereld vertoefden. In het centrum van Sydney
kijken we gehypnotiseerd naar de yuppies in
gloednieuwe Jaguars, Mercedes, Porsche.

Onze motoren komen op tijd aan en we gaan heel vroeg
naar de luchthaven om ze zo vlug mogelijk geklaard te
krijgen. De douaneformaliteiten verlopen vlot, maar
de man van "quarantine" is heel streng. Tijdens zijn
inspektie blijken de kratten aangetast te zijn met
aktieve houtwormen. Volgens hem zijn de motoren vuil,
hoewel er volgens ons geen spoor van aarde of olie is
te bespeuren. Hij beveelt ons de kratten te vergassen
gedurende 24 uren en de motoren te stoomreinigen, dit
door gespecialiseerde firma s. Nadien moeten volgens
hem de kratten vernietigd worden en diep begraven.
Voor het transport naar de firma moeten we zelf
instaan. Na een half uur onderhandelen komt de man
tot rede en helpt ons een goedkoop transport te vinden
naar de firma.

Eenmaal in de firma vinden deze mensen dat het
allemaal lichtelijk overdreven is. De kratten worden
wel vergast, maar i p v van ze te vernietigen en diep
te begraven stelt hij zelf voor om ze in bewaring te
nemen zodanig dat we ze kunnen rekupereren voor onze
terugreis. Hierdoor valt de extra kost van
"quarantine" best mee, nl. 120 US dollar i p v 300 US
dollar.

We mogen s avonds vertrekken en zijn blij met onze
motoren te kunnen rondrijden. We voelen ons opnieuw
zo vrij als een vogel.

De volgende dag zijn we van plan naar de registratie
te gaan en een technische controle te laten uitvoeren,
maar na een telefoontje met onze Australische vriend
Alan uit Tamworth, vertrekken we onmiddellijk naar
zijn boerderij. (450 km).

Op weg van Sydney naar Tamworth zien we veel
zwartgeblakerde bomen ten gevolge van zware
bosbranden. Ook is het landschap vrij dor door de
aanhoudende droogte sedert een aantal maanden.

Op de boerderij van Alan worden we met open armen
ontvangen. Sedert enkele weken staan zijn zaken er
groener voor, er is namelijk heel wat regen gevallen
in Tamworth. Gelukkig voor hem, zo wordt het voederen
van zijn 800 koeien en kalveren iets minder intensief.
Sedert Pasen worden ze gevoederd met geconcentreerd
rietsuiker, resten van katoenplanten ..., bij gebrek
aan hooi en vers gras. Dit kost hem extra geld en
werk.

Elke dag staan we hier om 7 uur op met het gekrijs van
kaketoes. Een jonge vos brengt ons iedere morgen een
bezoek. Het huis van de boerderij is prachtig gelegen
op een heuvel met zicht over de 1400 hectaren weiland,
bomen en koeien. We verplaatsen ons per jeep met het
gezelschap van 2 honden om de koeien te verplaatsen
van de ene weide naar de andere. Het is een heel
spektakel de coordinatie van de honden met het gefluit
van Alan in zijn 4x4 mee te maken.

Naast het opjagen van de koeien mogen we ze ook nog
voederen en het voedsel prepareren. Gelukkig heeft
Alan een manager die het meeste werk doet zodanig dat
we ten volle kunnen genieten van de stilte op de
boerderij en onze gezamenlijke reiservaringen kunnen
delen.

Tot onze grote verrassing halen we van onder het stof
uit een schuur een Honda XL 500 S te voorschijn. Een
motorfiets die Alan 10 jaar geleden gebruikte om de
koeien op te jagen. Na een valpartij had hij er
genoeg van. Na een dag sleutelen aan de motorfiets
krijgen we hem terug aan de gang. We krijgen de
opportuniteit om hem te gebruiken bij eventuele
volgende bezoeken in Australie.